Interview met Rob

Wie is Rob Ruggenberg?

StarRob Ruggenberg aan de ijzige kust van Groenland. Foto gemaakt in het voorjaar 2011.

— IJsbarbaar, is dat eigenlijk geen beledigend woord?

"Nou en of."

— Waarom heb je je boek dan zo genoemd? Dat vinden de Inuit toch niet leuk!

"Omdat het precies uitdrukt wat ik met het boek bedoel. Mijn hoofdpersoon is een Inuit-jongen die niet kan lezen of schrijven. Hij komt in Nederland terecht, waar iedereen hem een barbaar noemt. Zelfs prins Maurits doet dat. Maar als je het boek goed leest, zie je dat het juist de Nederlanders zijn die zich tegenover hem barbaars gedragen."

— Wat is echt gebeurd en wat heb je verzonnen?

"Na lang zoeken in oude archieven heb ik drie bronnen gevonden die ik betrouwbaar vind, en die bij elkaar een beeld geven van wat zich toen ongeveer heeft afgespeeld. Als je die gegevens onder elkaar zet heb je ongeveer een A4'tje. Het boek telt meer dan driehonderd bladzijden."

— Nou weet ik nog niet wat waargebeurd is.

"De belangrijkste gebeurtenissen zijn waar. Nederlandse ontdekkingsreizigers hebben in 1624 twee Inuit ontvoerd uit Groenland. Eén van hen stierf bij aankomst in Schiedam aan dysenterie, de ander werd naar Den Haag gebracht, ontmoette prins Maurits en de koningin van Bohemen, voer in de Hofvijver rond en schoot meeuwen uit de lucht die hij rauw opat. Hij werd een barbaar genoemd, hij verlangde erg naar een meisje op Groenland, en hij werd ten slotte ook weer teruggebracht naar zijn dorp. Vooral dat laatste is heel bijzonder."

Oud brillenglas

— En die bril?

"Ha! Toen ik in Oost-Groenland rondliep, in de buurt van wat vroeger Ittimiini heette, vond ik in de heuvels een stukje oud brillenglas. Dat zette mijn fantasie aan het werk — vandaar."

— Hebben de mensen die in het verhaal voorkomen echt bestaan?

"De meesten wel. Nunôk en zijn leermeester Umik zijn echt, al zijn hun namen nooit vastgelegd; die hebben ze dus van mij gekregen. Ook hun ontvoerders Adriaen Leversteyn en stuurman Willem Ys hebben echt bestaan, net als Geert Patyn, de walvisvaarder uit Schiedam. Matroos Murk heb ik verzonnen, maar ik weet dat er zulke rotzakken rondlopen, ik ken er zelfs een."

— En de gewoontes van de Inuit, klopt dat allemaal?

"Dat was moeilijk. De Inuit kenden geen geschreven bronnen. Hoe ze vier eeuwen geleden aan die geïsoleerde oostkust van Groenland leefden, weten we dus niet. Dat gebied is pas in 1884 door Europeanen 'ontdekt', als je dat zo mag noemen. Toen en daarna is er wel veel opgeschreven, ook door Nederlandse wetenschappers. Daar heb ik gebruik van gemaakt."

Verlaten dorpen

— Je hebt zelf toch ook bij de Inuit geleefd? En daar je boek geschreven?

"Aan de oostkust van Groenland heb ik gelogeerd bij Inuit, die mij in kleine bootjes meenamen naar het ijs, en naar verlaten dorpen langs de kust.
Twee jaar later, in het voorjaar van 2011, ben ik teruggegaan, dit keer naar de westkust. Daar heb ik de laatste hoofdstukken van IJsbarbaar geschreven. Ik woonde er in een soort iglo, met uitzicht op voorbijdrijvende ijsbergen Pijltje naar rechts
Overal heb ik met kinderen gesproken, vaak waren zij de enigen in een dorp die een beetje Engels kenden. Ik ben bij heel wat families op bezoek geweest, en heb er vaak zeehondenvlees en walvis meegegeten.

— Nee toch! Zeehond en walvis? Daar zijn wij in Nederland toch tegen?

"De Inuit doden elk jaar een stuk of tien walvissen en enkele tienduizenden volwassen zeehonden. Ze eten het vlees en ze gebruiken de huiden voor kleding. Dat doen ze al eeuwen-lang. Als iemand daar een bord zeehondenvlees voor je neerzet, eet je dat dus gewoon op Pijltje naar rechts
Dat is totaal anders dan die grote commerciële walvisvaart, die door de Japanners en de Noren wordt bedreven. Ook knuppelen de Groenlanders geen half miljoen zeehonden-baby's dood, om er dure bontjassen van te maken. Het zijn de Canadezen die dat doen."

Wreed

— Toch lijkt Nunôk soms wreed tegen dieren. Heb je dat met opzet zo geschreven?

"Nunôk is niet wreed, integendeel! Wreed is als je dieren pijnigt, als je ze treitert, met opzet pijn doet. Daar is bij Nunôk geen sprake van. Hij doodt dieren en hij eet ze op, of dat nu zeehonden zijn of walvissen. Dat hoort bij zijn levenswijze, alleen zo kun je in de poolstreken overleven, dát laat ik zien. De Nederlanders die het vlees van de gevangen walvissen niet lusten en dus weggooien, vindt hij maar rare mensen. Zo ga je niet met dieren om!"

— Waarom spelen al je boeken in dezelfde tijd, zo'n vierhonderd jaar geleden?

"Een fascinerende periode. Nederland ontdekt de wereld! Die botsing van de culturen, daar gaat het mij om. Onze bibliotheken staan vol met boeken die vreemde landen beschrijven zoals ze gezien werden door de Nederlanders. Ik vind het interessanter om dat om te draaien. Ik wil dat de lezer die eerste ontmoetingen bekijkt door de ogen van die andere volken. Daarom zijn mijn hoofdpersonen meestal geen Nederlanders."

Actueel

— In sommige recensies staat dat boek actueel is: het laat zien hoe wij in ons land met vreemdelingen omgaan. Wat vind je daarvan?

"Ik ben bang dat die houding van alle tijden is - en van alle volkeren. Als Nederlanders zijn wij niet beter of slechter dan anderen. In mijn andere boeken laat ik dat ook zien. Lees Slavenhaler er maar eens op na, en zie hoe Obaa in die zwarte stam wordt behandeld. Veel mensen willen gewoon niets weten van buitenlanders. Die vinden ze raar, ze zijn bang van hun afwijkende gewoonten. Ik heb zelf lang in het buitenland gewoond. Daar heb ik hetzelfde gezien en ook meegemaakt, gelukkig niet zo erg als Nunôk."

Gele scheidingslijn